dag 5 via Ayutthaya naar Phitsanulok
Blijf op de hoogte en volg Eugene
08 Oktober 2018 | Thailand, Phitsanulok
Het was een lange busrit, morgen nog langer, maar we hadden koffiestops, met echte koffie en een 7-eleven, soort supermarkt maar eigenlijk alleen water, limonade, snoep en wat kleine artikelen die je onderweg ineens nodig hebt. En ook belangrijk je krijgt bij de kassa ook nog spaarzegels, soms wel 3 soorten, en die spaart de chauffeur van de bus. Bij de eerste koffiestop was er niet alleen een vijvertje met minstens 50 koykarpers (dat is niet om te eten maar heel dure siervissen) en bovengronds een enorm gekwetter van wel 5 papagaaien op stokken, maar niet aan een kettinkje, gewoon ze vliegen toch niet weg, gezellig kletsen met elkaar en het voer komt ook nog. Daar komen een paar foto's van.
We hebben een uitgebreid bezoek gebracht aan de overblijfselen van tempels uit de tijd dat Ayutthaya de eerste hoofdstad van het land was.
Een met een enorme stompvormige toren en veel bijkapellen, de ander een klooster met daarbij een restant van de pagode, het centrale Boeddhabeeld is er nog, eveneens een hoofd van de Boeddha 'gevangen' in een zelfde boomsoort als die van de overwoekerde tempel in Cambodja.
En bij beide plekken veel dames met lange sticks om selfies te maken van het type hoe langer de stick hoe lager het IQ. Bij de eerste stop konden de dames zich net als in Volendam laten inpakken in een zijde Thaise feestjurk, om daarmee ook weer veel foto's te laten maken van henzelf. Na de lunch een lange rit van vijf uur naar het noorden, aan weerszijde van de weg rijstvelden. Gewoon platliggend, met de rijstcultuur in verschillende stadia van het proces. De reisleider, een Nederlander, die hier al 7 jaar woont en binnenkort gaat trouwen met een Thaise dame, heeft ons uitgebreid verteld waarom zijn schoolouders in het noord oosten van het land ook zelf rijst verbouwen: voor de rijstopbrengst om er zelf van te eten, de geld opbrengst is maar iets van 18 eurocent per kilo en bij de 10.000 kilo jaaropbrengst van stukken land ter grootte van 5 voetbalvelden, is het eigenlijk de bijvangst van ratten, slangen, krabben en ander gespuis, wat het zelf kweken van rijst 'leuk' maakt. Vanmorgen zijn we ook even gestopt bij een stalletje langs de weg waar ratten geBBQed werden. Deze ratten komen dus niet uit de riolen maar door het vele water bij het rijstveld kunnen ze zich fijn ophouden tussen de rijstplanten. Pas bij de oogst komen ze uit het veld, worden dan neergeknuppeld en opgegeten. De slangen houden ze levend tot de maaltijd, het bloed wordt opgedronken, levert veel adrenaline op. En de rijst die overblijft: eerst een 1000 kilo apart houden als zaaigoed voor de volgende oogst, en de rest voor de export.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley